Citrus Limon of Citrus Limonum, de Citroenboom

Hoe ziet de Citroenboom eruit?
De Citrus Limon is een knoestige, groenblijvende boom met kronkelende takken met stekels en die donkergroene, glanzende, ovaalvormige, leerachtige bladeren draagt. De jonge blaadjes hebben een roodachtige tint die al snel groen wordt. De roomwit-roze bloesems geuren sterk en dat worden de vruchten, die eerst groen gekleurd zijn en vervolgens groeien tot ovale, gele of groene Citroenen. De Citroenboom kan tegelijkertijd bloesems, beginnende vruchten en volgroeide Citroenen dragen en groeit het hele jaar door. In het 4e jaar begint de productie. Je kunt de Citroenen plukken wanneer ze ‘boomrijp’ zijn.

In mijn Allimone Citroenkalender lees je dat het mogelijk is de Citroen of andere citrusvruchten ook in Nederland met ons klimaat een goed thuis te bieden. In een terracottapot kan de boom 2 tot 3 meter hoog worden. In een Mediterraans klimaat kunnen ze in de vaste grond tot 6 meter hoog worden. Ze zijn langlevend, er zijn namelijk exemplaren van vele honderden jaren oud.

Lees ook 10 tips voor een gezonde Citroenboom

Hoe ziet de Citroen eruit?
De vrucht wordt ong. 10 cm lang en 6 cm dik, is ovaal en heeft aan beide kanten een kleine uitstulping. De schil is middelmatig dik en zit vast aan een dikkige, witte laag bitter ‘merg’ en het buitenste gele laagje van de schil is rijk aan etherische oliën. De kleur van de schil gaat van groen over in knalgeel, Citroengeel in de periode van een jaar.
 Het binnenste deel van de vrucht is verdeeld in acht tot tien segmenten, die het vruchtvlees bevatten en het vruchtvlees is lichtgeel, heel sappig en zuur met een verfrissende geur. Er kunnen pitten voorkomen in de vrucht.

De voornaamste oogstperiode is in de herfst en winter. Gedurende de rest van het jaar worden nog kleinere hoeveelheden geoogst.

Hoe zijn ze aan de naam Citrus gekomen?
Citron (Cedercitroen) is één van de drie voorouders van de citrussoorten. Dit is niet de Citroen, Citrus Limon die wij kennen. Echter, daar stamt de huidige Citroen wel vanaf, daarover later meer.

De geschiedenis van de namen citron en cédrat is bekend. Hoewel er religieuze meningsverschillen kunnen bestaan ​​over de geschiedenis en het gebruik van het woord citron, is de etymologie van het woord citron vanuit een puur taalkundig oogpunt vrij eenvoudig.
Deze boom was de Citron, de cederappel of muskuscitroen, toen ook wel genoemd “het fruit van Perzië” of  “het fruit van Media”. De Joden wisten al van de Citron voor de jaartelling. Zij noemden het “Het fruit van de mooiste boom”.

In de loop der tijd zijn er verschillende namen gegeven aan de Citroen, zoals in het latijn Citrus Limonum of Lemonium. De Citroen stamt af van de Rutaceae familie (Wijnruitfamilie) en Limonum is afgeleid van het Arabische ‘laymun’ en het Perzische ‘Limun’.
Tegenwoordig hanteren we de naam Citrus Limon, die zich presenteert in de meest voorkomende rassen uit Italië, zoals onder andere: “Femminello, Sfusato d’Amalfi of Zagara Bianca” en nog veel meer benamingen.

Citroenbomen behoren tot de oudste cultuurgewassen ter wereld, ze zijn ong. 6000 oud.

Mozes legde de regels vast voor het gebruik van de ‘kegels’ van cederboom (hadar, wat in het Grieks kedros was). Later werd de ceder vervangen door de enigszins vergelijkbaar gevormde vrucht van een lokale variëteit van de citron, die de Griek kedromelon noemde, de appel van ceder. De Griekse kedros werden cedrus in het Latijn en dit is de vorm van het woord dat veel later de cédrat in het Frans werd, de Zedrat in het Duits en via een andere route de sukade in het Engels. De Griekse cederappel, kedromelon, werd echter het malum citreum van de Romeinen. In de loop van de tijd werd malum (de appel) gedropt en bleef alleen citreum over. De basisvorm van het Latijnse woord citreum is citrus, de citron.

Toch is er stof tot nadenken in die zin dat al deze namen, van het bijbelse hadar tot kedros, cedrus, cédrat, citron en het woord citrus zelf oorspronkelijk de ceder betekenden. In het nabije oosten was het de Ceder van Libanon (Cedrus libani) en in de westelijke delen van de Middellandse Zee de Atlasceder (Cedrus atlantica), genoemd naar het Atlasgebergte van Algerije en Marokko. Zo zou de moderne Latijnse naam van een Indisch zure sinaasappel-type Citrus indica eigenlijk in de Romeinse tijd de kegels hebben aangegeven van een cederras dat in de Himalaya werd gekweekt.

Nog meer verwarring wordt gecreëerd door de verscheidenheid aan namen die in andere talen worden gebruikt.
In het Italiaans is het cedro of cedrato
In het Frans wordt met de citron, de cédrat bedoeld en de citroen is de citron
In het Duits is het zedrat-zitrone of zitronat-zitrone
In het Nederlands is het cedercitroen of sukadecitroen en
In het Spaans cidro of poncil.

Classificatie van Citroen
De 3 echte voorouderlijke soorten van de citrusfamilie zijn de Citron, cedercitroen (Citrus medica), Pomelo, pompelmoes (Citrus maxima/Citrus Grandis) en Mandarijn (Citrus reticulata). Deze taxa (een groep organismen, die door een taxonoom geacht worden een te onderscheiden eenheid te vormen) kruisen vrij, ondanks dat ze heel genetisch verschillend zijn. Ze zijn ontstaan ​​door allopatrische speciatie (soortvorming), geëvolueerd met Citroenen in Noord-Indochina, Pomelo’s in de Maleisische archipel en Mandarijnen in Vietnam, Zuid-China en Japan.
De hybriden dus de kruisingen van deze soorten omvatten bekende citrusvruchten zoals de Citroen (Citrus Limon), Sinaasappels (Citrus Sinensis), grapefruit (Citrus Aurantium), Limoen (Citrus aurantiifolia)  en vele andersoortigen.

Citrus Medica’s zijn ook gekruist met andere citrustaxa’s, bijvoorbeeld met de Citrus Micrantha (is een soort wilde citrus uit de Papedagroep (is de gebruikelijke naam voor een groep citrus afkomstig uit tropisch Azië die winterhard en langzaam groeiend is en niet eetbaar fruit produceert), afkomstig uit Zuid-Filippijnen) om de Limoen te produceren. In veel gevallen worden deze gewassen aseksueel voortgeplant en verliezen ze hun karakteristieke eigenschappen als ze worden gekweekt. Sommige van deze hybriden zijn echter onderling en met de originele taxa verweven, waardoor de citrusboom een ​​ingewikkeld netwerk is.

Kumquats kruisen niet van nature met kerntaxa’s vanwege verschillende bloeitijden, maar hybriden (zoals de calamondin) bestaan wel. Australische limoenen zijn inheems in Australië en Papoea-Nieuw-Guinea, dus ze kruisten van nature niet met de kerntaxa, maar ze zijn gekruist met mandarijnen en calamondins door moderne kwekers. Men heeft doelbewust nieuwe citrusvruchten gekweekt door zaailingen van spontane kruisingen (bv clementines) te verspreiden, mutaties van hybriden te creëren of te selecteren (bv Meyer-citroen) en verschillende soorten te kruisen (bv ‘Australian Sunrise’, vingercitroen en citrus calamondin).

Vanwege het belang in de genealogie van de Citrus-familie werden diverse andere citrusvruchten reeds eerder geclassificeerd als varianten van de citron. Veel van deze hebben nu de status van onafhankelijke soort verworven.
Citroen, Citrus limon, was vroeger Citrus medica var. limonum.
Limoen, Citrus Aurantiifolia, was vroeger Citrus medica var. acida.
De zoete citroen, Citrus limetta, was vroeger Citrus medica var. limetta.
Aangezien sommige van deze eerdere namen nog steeds in boeken te vinden zijn, kan dit ook verwarring veroorzaken.

Botanicus Carolus Linnaeus
Van alle bomen in de sinaasappelfamilie was de Zweedse botanicus Carolus Linnaeus (Carl von Linné, na zijn veredeling in 1761) het best bekend met de citron, de cedercitroen. Toen hij het binomiale systeem van taxonomie (kansberekening op basis van het aantal keer dat dezelfde namen terugkomen) oprichtte, koos hij Citrus, de Latijnse naam van de Citron, als de geslachtsnaam voor de bomen in de oranje subfamilie die we kennen als de citrusbomen. Vandaar dat er vaak in de benaming met de letter L naar zijn naam wordt verwezen, Citrus Medica L.

Afkomst Citrus Limon, de Citroen die we nu kennen
De Citroen, Latijnse naam Citrus Limon of Citrus Limonum is een kruising van de mannelijke Citrus Medica (Cedercitroen) en de vrouwelijke Citrus Aurantium (Bittersinaasappel).

De Citrus Medica L. (andere benamingen: cedercitroen, sukadecitroen, muskuscitroen, cederappel) is een voorouderlijke soort en de Citrus Aurantium (andere benamingen: zure sinaasappel, bittersinaasappel, pomerans of zure oranje) is een kruising van de Pomelo (Citrus Maxima) en de Mandarijn (Citrus Reticulata).

Meer dan 400 soorten
De Citrus L. (Rutacea familie) heeft een grote hoeveelheid citrussoorten van meer dan 400 (Index Kewensis, 1997) met ontelbare variëteiten en cultivars (een plantenras dat door selectief kweken in de teelt is geproduceerd).

De Index Kewensis (IK) wordt onderhouden door de Royal Botanical Gardens, Kew (Kew Gardens). Het doel is het registreren van alle formele botanische namen van zaadplanten, op het niveau van soort (species) en geslacht (genus). Later begon men ook met het opnemen van namen van families en van taxa onder het niveau van soort. De index werd in 1885 door Charles Darwin begonnen, met regelmatige supplementen op nieuw gepubliceerde namen. Een gedigitaliseerde versie van de IK is geïntegreerd in de IPNI, zodat ze online geraadpleegd kan worden: De lemma’s daarin zijn herkenbaar door de letters “(IK)”.

De herkomst van de Citroen
Er is veel geschreven over de herkomst van de Citroen. De verhalen sluiten niet goed aan op elkaar en het is niet exact bepaald waar de Citron voor het eerst is gevonden. Waar de meeste bronnen het over eens zijn is dat de eerste zaden en stuifmeel zijn gevonden in Mesopotamië, het oude Irak.

4000 v. Chr. dus 6000 jaar oud is de Citrus
De zaden en stuifmeel van de citron zouden zijn gevonden in opgravingen van de stad Nippur in het zuidelijke deel van Babylon (het huidige Irak). Deze ruïnes dateren van 4000 v. Chr. Het is niet bekend of Mesopotamiërs in die tijd zelf de citron cultiveerden of het fruit uit het oosten importeerden, maar de zaadvondsten bewijzen dat zij de citron minstens 6000 jaar geleden al kenden. Andere onderzoeken geven aan dat de eerste stuifmeel van de Citrus Medica is gevonden in Ramat Rahel vlakbij Jerusalem (Israël). Aanvullend bewijs toont dat stuifmeel is gevonden in de buurt van de Punic haven van Tunis, Noord-Afrika. Aangenomen is dat daar de citron werd gecultiveerd.

In ieder geval is men het erover eens dat de eerste citrusvrucht Citrus Limon naar het westen migreerde ong. in de 3e eeuw v. Chr.,
waarschijnlijk via het Noord-Oosten. Deze werden gevonden in Zuid-Italië in de 1e eeuw v. Chr.

Het laatste deel van de Latijnse naam, Citrus Medica, verwijst naar de voormalige staat Media, die rond 700-500 v. Chr. bestond. in het gebied dat later het koninkrijk van Perzië werd. Het was bekend dat de Meden de sukadecitroen cultiveren en vermoedelijk introduceerden ze de vrucht in andere landen in het Nabije Oosten.

Het leger van Alexander de Grote bracht de citron naar het Middellandse Zeegebied in 325 v. Chr. Het is onbekend of het fruit eerst naar Griekenland kwam en zich vervolgens met Joodse kolonisten naar Palestina verspreidde. Andere theorieën zeggen dat delen van het grote leger door het Nabije Oosten zijn gegaan en de citron rechtstreeks naar Palestina hebben gebracht. We weten dat tegen 200 v. Chr. de citron stevig ingeburgerd was in de regio en ook was begonnen zich westwaarts te verspreiden naar Zuid-Italië. Muurschilderingen die zijn ontdekt in Pompeii vertellen ons dat tegen het jaar 79 na Chr. de citron zich had verspreid in het gebied rond Napels.

Documenten geven aan dat de citron in het jaar 301 na Christus in Rome een basisproduct was, een commercieel voedingsmiddel. Tijdens de 4e eeuw na Chr. was de teelt van citrusvruchten met succes geïntroduceerd in Sardinië en Sicilië en het continentale Italië ten zuiden van Napels. Tijdens de hoogtijdagen van de VOC, in de 17e en 18e eeuw, kwam de handel met Azië goed op gang en werden de Citrussoorten naar Europa gebracht. De oudste Citroenboom is in de 14e eeuw in Versailles geplant en staat daar nog steeds.

Gedurende de 15e tot en met de 17e eeuw werd Toscane bestuurd door de familie De Medici. Lorenzo (“The Magnificent”) was de meest invloedrijke van de Renaissance adel. Gedurende deze periode was Florence the culturele hoofdstad van Europa. De tuinen van de aristocrate villa’s werden verrijkt met botanische collecties en de citrusbomen kregen een zeer speciale plek in deze tuinen. Omdat het klimaat in de winter van Toscane te koud was voor deze exotische planten, lieten de hoveniers ze groeien in terracotta potten en om ze te beschermen lieten ze ze overwinteren in kassen, de zogenaamde Limonaie.

Limonaia
In een oranjerie, in het Italiaans “Limonaia” (Citroenboomkas), ook wel genoemd Aranciera (italiaans voor orangerie) (zie ook deze website Limonaia) bloeit een Citrus Limon en andere citrussoorten het gehele jaar door. De Citroenboom kan slecht tegen kou en vocht en daarom worden ze in de winter in een kas of serre opgeslagen. Dit gebeurt veelal in het Noorden van Italië. In Nederland dient dit ook te gebeuren. Mocht je een Citroenboom hebben in de tuin of op het terras dan is het advies om de Citroenboom gedurende de winter naar binnen te halen in een kas, serre of aanbouw aan je huis.

Wetenswaardigheden
Winterhardheid: zone 10b (+5ºC)
Temperatuur: +5ºC
Standplaats: zonnig, windvrij
Toepassing: kuipplant
Herkomst: Middellandse zeegebied , Zuid-Oost Azië, India
Hoogte: 4 tot 6 meter hoog en 4 meter breed in de grond, 2 tot 3 meter in een kuip
Bijzonderheden: wintergroen, heerlijk geurende bloesem, eetbare vruchten 3/4 keer per jaar, overwinteren in Limonaia/Citroenboomkas en kunnen honderden jaren oud worden.

Bronnen:
Hortscience 52(6):814–822. 2017. doi: 10.21273/HORTSCI11023-16.
AGRUMED: Archaeology and history of citrus fruit in the Mediterranean: acclimatization, diversifications, uses (Véronique Zech-Matterne, Girolamo Fiorentino, eds.). Website: books.openedition.org/pcjb/2173
Citrus: The Genus Citrus, article 27 Citrus Species, page 86 etc. (edited by Giovanni Dugo and Angelo Di Giacomo)
Wikipedia: index Kewensis, 1997
Classificatie van citrusvruchten – David Mabberley, citruspages.free.fr/classification.html
Citruspages.free.fr/citrons.html
The Land Where Lemons Grow, Helena Attlee
Nel Segno del Linone, Una testimonianza sincera di Luigi Aceto
Gli agrumi ornamentali, Oscar Tintori
Storie di agrumi e paesaggi, i pomi citrini dello Sperone d’Italia, Nello Biscotti, 2016